Socialisatie en motivatie
gepubliceerd op 2 juni 2021
Het betrekken van studenten bij de les en het motiveren van de groep is een van de hoofdcomponenten van het onderwijs. Over het algemeen is de basis voor elke motivatietheorie de zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci (2002, 2010, 2012, etc.). Zij maken een onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. De intrinsieke motivatie is hoger wanneer wordt voldaan aan de volgende drie behoeften: autonomie, competentie en sociale verbondenheid.
Op deze pagina vind je voor elk van deze behoeftes inspiratie en tips over het verhogen van de intrinsieke motivatie:
- Autonomie: een student heeft zelf de autonomie in een leertaak en voert een activiteit naar eigen inzicht uit. Hij of zij heeft invloed op wat en hoe dit gedaan wordt;
- Competentie: Een student heeft vertrouwen in zijn of haar vaardigheden en kennis. Wanneer een docent hoge reële verwachtingen uit en beschikbaar is voor hulp en ondersteuning, is dat positief van invloed op het gevoel van competentie van de student;
- Sociale verbondenheid: De student heeft verbondenheid met zijn of haar omgeving en peers. Er is vertrouwen in elkaar. Een positief klasklimaat of een prettige werksfeer draagt bij aan de verbondenheid. Studenten voelen op deze manier een veilig sfeer en durven hulp te vragen waar dat kan.
Autonomie
- Zorg voor een authentieke leeromgeving. De relevantie van de leeromgeving voor de leefwereld van de leerling, is van belang om de zelfregulatie van leerlingen actief te houden in een blended omgeving. Denk bijvoorbeeld aan leerstof die van toepassing is op de eigen omgeving, in plaats van fictieve leerstof die alleen relevant is in het vacuüm van de lesstof.
- Zorg ervoor dat studenten betekenisvolle keuzevrijheid hebben. Laat ze zelfstandig kiezen of ze wel of niet meedoen aan bepaalde vormen en lesonderdelen of laat ze bijvoorbeeld kiezen met welke partner, werkplek of manier van werken ze graag willen.
- Bied daarnaast structuur. Op deze manier verbind je autonomie met competentie. Dit doe je door duidelijke verwachtingen te communiceren of ook het leerproces inhoudelijk te begeleiden en hierin keuzes te bieden. Wanneer de relevantie van structuur duidelijk is en begrepen door de student, wordt structuur automatisch een ondersteuning van de ervaren autonomie. De ene student heeft dit soms meer nodig dan de andere. Varieer daarom in de manier waarop je hen begeleidt en zoek naar de behoeften die ze hebben betreft hun structuur. Meer tips hierover? Kijk bij het onderdeel zelfwerkzaamheid.
- Betrek studenten bij de leeromgeving en zorg voor interactie en reflectie. Het is hierbij belangrijk om wederzijdse communicatie te stimuleren, in plaats van alleen zenden van informatie. Laat studenten ook nadenken wat er goed ging, en wat er beter kan. Meer weten? Kijk bij Activerende werkvormen en Afsluiten en evalueren.
Zelfregulatie
Zelfregulatie versterkt de autonomie van studenten. Met zelfregulatie bedoelen we dat studenten actief betrokken zijn bij het eigen leerproces. Ze weten hoe, waar en wanneer ze leren. Onderzoek toont aan dat een goede zelfregulatie bijdraagt aan het leerproces van leerlingen, met een beter leerresultaat.
Zelfregulatie is extra belangrijk in de setting van blended onderwijs. Bij blended learning is er meer vrijheid voor de student om het eigen leerproces vorm te geven en daarom vraagt dit om andere vaardigheden en kwaliteiten in vergelijking met de reguliere onderwijssetting. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat onderzoek over blended en online onderwijs laat zien dat studenten die in staat zijn tot betere zelfregulatie, beter presteren dan studenten die hier meer moeite mee hebben.
Bron: Jansen, et al., 2019
Competentie
- Stel in samenspraak met studenten de inhoud en vorm van de lessen samen. Bekijk welke onderwerpen aan bod komen en maak het leerproces zichtbaar. Varieer in de vormen die je aanbiedt.
- Laat leerlingen feedback geven, bijvoorbeeld op elkaar, op de docent of zelfs op het hele leertraject.
- Benadruk ook de individuele voortgang en inzet van iedere student. Ga hierbij voornamelijk in op de werkhouding en de inzet, in plaats van alleen de prestaties en behaalde doelen. Kijk ook naar de student als individu, naast het groepsniveau. Meer weten? Lees verder bij het onderdeel feedback.
Sociale verbondenheid
- Zorg dat je studenten zich nog steeds onderdeel voelen van de groep. Als je synchroon werkt, doe je dit bijvoorbeeld door minimaal een keer per week een groepssessie te houden. In deze sessie ligt de nadruk op gezellig samen iets ondernemen. Je kunt ervoor kiezen de studenten zelf deze sessies te laten voorbereiden, zodat het ook echt van hen wordt.
- Als je asynchroon werkt kun je groepsgevoel creëren door een ludieke opdracht aan de studenten mee te geven. Verzamel daar bijvoorbeeld foto’s en filmpjes van en wissel die uit in een beschermde omgeving. Ook kun je een klassenblog bijhouden, waarin de studenten iets van elkaar kunnen lezen en waarin je bijvoorbeeld verjaardagen kunt aankondigen.
Barend Last deelt een aantal tips voor sociale verbondenheid in zijn column:
- Benut de kracht van mentoren, zowel vanuit de instelling, als vanuit peers. Hiermee stimuleer je de ervaring van de student en tegelijkertijd ook een betere sociale integratie.
- Bedenk welke activiteiten belangrijk zijn om fysiek te organiseren. Kennismakings- en groepsvormingsactiviteiten laat je het liefst fysiek plaatsvinden. Studenten maken fysiek kennis met elkaar en vormen groepen, die daarna bijvoorbeeld online samenwerken met af en toe een fysieke voortgangsmeeting.
- Schrijf taken om naar meer projectgericht onderwijs, waarin kleinere units samenwerken. Die units blijven levend door af en toe fysiek te ontmoeten, waarbij de docent meer een rol van een mentor inneemt. Of creëer een zogeheten ‘community of learners‘. Waarin gezamenlijk op gelijkwaardig niveau met studenten, docenten en eventuele anderen, gewerkt wordt op een systematische manier aan een onderzoeksvraag.
- Creëer een virtuele omgeving waar studenten en docenten elkaar zowel academisch als sociaal kunnen ontmoeten (socialisatiefunctie en subjectiveringsfunctie). Een voorbeeld hiervan heeft Hogeschool Zuyd ontwikkeld. In deze virtuele ruimtes geven docenten les en komen studenten samen op een laagdrempelig wijze. In tegenstelling tot videobellen, kan je in deze ruimtes rondlopen met een avatar die interacties aan kan gaan. Daardoor is de ervaring veel persoonlijker.
Wilfred rubens beschrijft in zijn artikel en bijbehorende slides tips voor het bevorderen van sociale verbondenheid. Het belangrijkste? Creëer ruimte voor (niet-taak gebonden) sociale interactie. Hoe doe je dat bijvoorbeeld?
- Ga tijdens een online sessie niet altijd meteen op de zakelijke tour. Informeel kletsen is ook functioneel. Bijkletsen en small talk, kunnen ook zeer relevant zijn voor het leren. Omdat we elkaar online niet spontaan ontmoeten, zullen we dit ook meer moeten organiseren.
- Rooster ook tijd in voor informeel ontmoeten. Bijvoorbeeld wekelijks een half uur online koffie drinken. Of door in/uitlooptijd te creëren.
- Open een online sessie al voordat de online les begint en sluit deze pas als er geen studenten meer in aanwezig zijn. Zo creëer je een mogelijkheid voor studenten om informeel met de docent te praten en om vragen te stellen.
- Raadpleeg studenten en leg hen de vraag voor hoe zij sociaal contact binnen de de opleiding zouden stimuleren.
Tip: Check vooraf via bijvoorbeeld Mentimeter, met emoji’s hoe het gaat met de studenten. Zie je een ongelukkige emoji, chat dan eens na met de student of neem contact op achteraf.
Een ander concreet model vanuit de hoger onderwijs, wat veelal naar voren komt betreft sociale verbondenheid en blended leren is de zogeheten Community of Inquiry (ook wel CoI-framework genoemd). Er zijn drie hoofdelementen binnen dit framework: Community (socialisatie), Inquiry Process (cognitieve aanwezigheid) en Blended Support (aanwezigheid leraar/ondersteuner). De kern van dit model ligt bij het doel om studenten te betrekken in de kritische gedachtegang en reflectie op het leerproces. Het doel is om een dynamische onderzoeksgemeenschap te creëren waarin studenten verantwoordelijkheid dragen en actief deelnemen aan het onderzoeksproces en zou kunnen worden ingezet bij de integratie van Blended Onderwijs.