gepubliceerd op 30 mei 2022
GoPro-camera’s geven een extra dimensie aan leren in de praktijk
Hoe krijg je als docent op afstand meer zicht op de praktijkstages van je studenten? Laat ze naast verslagen schrijven, ook video’s maken, stelt Bas Kollöffel van de Universiteit Twente. Zijn team onderzoekt de mogelijkheden van GoPro-camera’s bij stages in het mbo: “Video’s verrijken het leerproces en de uitwisselingen met docenten, werkbegeleiders en mede-studenten.”
Mbo-studenten zitten over het hele land verspreid voor hun stageplekken, maar hoe hou je daar goed zicht op als docent? “Je kunt moeilijk alle werkplekken afreizen, er gebeurt veel buiten je blikveld en uit een verslag kun je lang niet alles opmaken. Daarom kwamen we met het idee om de studenten te laten filmen op de werkplek, zo kan de docent meekijken en meer gericht feedback geven”, vertelt Bas Kollöffel, universitair docent Professioneel Leren met Technologie, bij de Universiteit van Twente. In het project GrensOverstijgend PRaktijkOpleiden (GoPro) onderzoekt hij de inzet van camera’s bij mbo-niveau 2 en 3 opleidingen in de ondergrondse infratechniek. Meer dan twintig bouwbedrijven, scholen, opleidingscentra en brancheorganisaties doen mee, ook de Hogeschool Utrecht, Stichting Blei en Bouwend Nederland ondersteunen en het is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), brancheorganisaties en bedrijven.
Video’s stimuleren contact
Docenten kunnen niet meekijken op locatie, daarom schrijven de studenten verslagen van hun stages. Toch biedt dat niet altijd het juiste inzicht volgens Kollöffel: “Soms is het verslag perfect geschreven, maar blijkt het niet in lijn met het begrip in de praktijk. En soms doet iemand zijn taak juist heel goed, maar heeft veel moeite om het te beschrijven.” Hoe het daadwerkelijk in de praktijk gaat, blijft daarom soms abstract of vaag. En hoewel verslagen schrijven een handige vaardigheid is, geldt dat tegenwoordig ook voor het maken van video’s. Daarbij biedt video een verrijking op het leerproces en de uitwisselingen met docenten, werkbegeleiders en medestudenten volgens Kollöffel. Bij het schrijven van een verslag put de student bijvoorbeeld alleen uit herinneringen, en bij video staan de ervaringen zelf op beeld. “Zo kan de student de eigen handelingen terugzien en de anderen daar direct op reageren: ik zie dat je het zo doet, kun je uitleggen waarom?”
Voor het onderzoek gebruiken studenten GoPro-camera’s op hun bouwhelm en filmen daarmee bepaalde handelingen. De video’s zetten ze achteraf op een platform, waarbij ze in een tijdlijn de beelden beschrijven. Ook de docenten, en in sommige gevallen medestudenten, leveren commentaar. “Zo biedt dit medium al veel meer interactie dan alleen een geschreven verslag. We merken dat er meer gesprek ontstaat tussen de docenten en studenten.” Daarnaast stimuleren de video’s het contact tussen de docent en werkbegeleider op de stage, zowel als aanleiding in een gesprek, als in het commentaar op een video. Kollöffel: “Er is meer kennisuitwisseling tussen de werkbegeleiders en de docenten. Dit geeft ze veel inzichten over de student en verkleint de kloof tussen de school en de praktijk.”
Filmen zet aan tot denken
Wie zichzelf wel eens gefilmd heeft, weet waarschijnlijk dat dit met een verhoogd zelfbewustzijn gepaard gaat. Dat is eerst wat ongemakkelijk, maar geeft wel een extra dimensie aan het leerproces van studenten. “Je bedenkt vooraf al welke handelingen je gaat doen en hoe je dat zou willen filmen. Daarnaast kijken de studenten ook met een ander oog naar zichzelf tijdens het filmen, wetende dat het later door anderen bekeken zal worden”, vertelt Kollöffel. Hierdoor zet het de studenten eerder en meer aan tot denken over wat ze leren en doen, ze kijken kritischer naar zichzelf en eventueel ook de videobeelden van andere studenten tijdens peerfeedback. Bij het schrijven van een verslag komt die reflectie pas achteraf.
Maar hoe weet je welke camera’s geschikt zijn? “We overwogen eerst de mobiele telefoon, omdat ze die toch al bij zich hebben. Die viel al snel af want het bleek onhandig in de praktijk en te afleidend.” Ook probeerden ze een bodycam, zoals wel eens bij de politie gebruikt wordt. De camera zit dan in een tuigje op de borst en filmt vooruit. “Dit bleek ingewikkeld in bouwomgevingen, soms kijkt iemand opzij en zie je dus niet wat hij doet. Of knielt hij en zit er een knie voor de camera.” Een camera bevestigd aan het hoofd, met een hoofdband of op de bouwhelm bleek de beste optie, die kan meedraaien en kantelen en filmt altijd wat de student met de handen doet.
Zo simpel mogelijk
Het is wel belangrijk om de studenten niet lukraak te laten filmen: “In het begin kregen docenten wel eens dertig uur film terug, hele werkdagen. Daar kun je natuurlijk niets mee.” Een concrete heldere opdracht over wat de studenten filmen, is dus belangrijk. Bijvoorbeeld een specifieke handeling, en alleen video’s van een paar minuten. “Dit helpt de studenten ook om zelf de hoofdzaken eruit te pikken.” Daarnaast helpen reflectievragen achteraf wanneer ze hun eigen filmmateriaal terugkijken zoals: wat ging er goed? Wat ga je de volgende keer anders doen?
Bedenk je ook dat het proces na het filmen al snel ingewikkeld kan worden. Denk aan complexe videobewerkingssoftware of het gebruik van effecten. Sommige studenten verliezen zich daarin, terwijl het te uitdagend is voor anderen. Daarom is het belangrijk om dit zo simpel mogelijk te houden. “Het bedienen van de camera wijst zichzelf, maar het verwerkingsproces daarna kan overweldigend worden voor studenten als je het te ingewikkeld maakt. Gebruik bijvoorbeeld geen videobewerkingssoftware, en richt een online platform in voor het uploaden van de video’s en het commentaar”, vertelt Kollöffel. Hij adviseert om een platform te kiezen met zo min mogelijk functies en knoppen.
Plezier in het leren
De docenten die meedoen met het onderzoek vinden de video’s een nuttige aanvulling. Ze gebruiken het ter bevordering van zelfreflectie, feedback, toetsing, rapportage en ook om hun theorielessen te verrijken. Kollöffel: “Veel studenten ervaren de theorielessen als losstaand en voelen niet de verbinding met de praktijk, waardoor ze er minder aandacht voor hebben.” Soms ziet de werkplek van de student er net weer anders uit als in het boek, waardoor ze de kennis niet toepassen. Video’s van medestudenten kunnen hierbij een mooie rol spelen als casus volgens hem. “Uiteindelijk hoop ik dat het de studenten vooral beter in staat stelt om over te brengen wat ze kennen en kunnen, meer aanzet tot reflectie en uiteraard meer plezier in het leren!”
Meer weten over blended onderwijs? Op mbo.lesopafstand.nl vind je alles over bijvoorbeeld: leermiddelen en tools, recent onderzoek en professionalisering.